Nieuws

Rechter doet uitspraak over speeltoestellen bij gastouders

De kwaliteit en de veiligheid in de gastouderopvang wordt altijd bewaakt door de GOB’s en door de GGD (in opdracht van de Gemeente) N.a.v. een incident met een speeltoestel is bij een GO ergens in Nederland de NVWA langs geweest die vaststelde de speeltoestellen van de GO niet voldeden aan de WAS (Wet attracties en speeltoestellen) Niet alleen de brancheorganisatie voor GO’s, maar ook de GGD’en en de GOB’s waren het hier niet mee eens en er werd naar de rechter gegaan.. Die heeft besloten dat de NVWA gelijk had.

Hart van Nederland heeft hier ook aandacht aan besteed, hierin wordt kort en duidelijk uitgelegd wat er aan de hand is:
Kijk hier dit item terug.
Het onderwerp over de speeltoestellen begint op 5.15 min.
De speeltoestellen zijn dus veilig, maar de rechter heeft besloten dat die ook gekeurd moeten worden voor bedrijfsmatig gebruik en van de juiste papieren voorzien moeten worden. Voor GO’s een kosten post van honderden dan wel duizenden euro’s. Dat hebben ze vaak niet en dus worden de speeltoestellen buiten werking gesteld. het resultaat is dat kinderen niet meer kunnen buitenspelen op de manier die ze gewend waren en leuk vinden.
Inmiddels is er ook een petitie gestart die vraagt om een uitzonderingspositie voor gastouders op deze wet, zodat onze kinderen weer gewoon kunnen buitenspelen bij hun gastouder.
Teken  hier de petitie
 Namens de gastouders en kinderen, hartelijk dank voor de steun!

Bijna-gratis kinderopvang wordt twee jaar uitgesteld

Het kabinetsplan om de kinderopvang bijna gratis te maken, wordt twee jaar uitgesteld en gaat pas in 2027 in. Het lukt de kinderopvangsector niet om voldoende personeel te vinden als straks de vraag naar kinderopvang nog verder zal stijgen.
kinderen opvang kinderopvang

Dat meldt NOS.nl. Bronnen in Den Haag zeggen dat het kabinet dat vanmiddag bekend gaat maken.

In het coalitieakkoord was afgesproken dat de wijzigingen in de kinderopvang in 2025 in zouden gaan. Het uitstel is natuurlijk een tegenvaller voor ouders, maar het betekent een financiële meevaller voor het kabinet. De overheid is voor het eerst in lange tijd op zoek naar mogelijkheden om te bezuinigen. De afgelopen jaren moest er flink geld uitgegeven worden om de kosten voor de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne op te vangen.

Toch is er nog goed nieuws voor werkende ouders: er komt wel een vorm van compensatie voor ouders die hadden gerekend op bijna-gratis opvang. Hoe die regeling er precies uit gaat zien en voor wie die exact is, wordt later duidelijk. Vandaag – dinsdag 26 april – komt het kabinet met de Voorjaarsnota, met daarin de aanpassingen op de lopende begroting.

 

Kwaliteitsmonitor: Nederlandse kinderopvang beste van Europa

Het gaat goed met de Nederlandse kinderopvang. Zo goed, dat onze kinderopvang tot de beste van Europa behoort. Dat blijkt uit de nieuwe Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang.

Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang? Van 2017 tot en met 2020 wordt de kwaliteit jaarlijks gemeten met de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK). De recent verschenen derde meting van de LKK laat zien dat de Nederlandse kinderopvang significant hoger scoort dan in 2012.

‘Sinds 2008 hebben we de stijgende lijn te pakken’, zegt verantwoordelijk onderzoeker Pauline Slot van de Universiteit van Utrecht. ‘De grootste slag slaan we op emotionele proceskwaliteit, zoals de positieve sfeer op de groep en de mate waarin medewerkers en de mate waarin medewerkers sensitief reageren op kinderen en kindvolgend zijn. In verhouding iets minder op educatieve proceskwaliteit, maar ook daar boeken we vooruitgang en bevinden we ons inmiddels in de internationale middenmoot.’

Nederland is erg kritisch op de kwaliteit van de kinderopvang. ‘Misschien zijn we jarenlang iets te kritisch geweest’, zegt Paul Leseman, hoogleraar orthopedagogiek aan de Universiteit Utrecht. ‘De eerste kwaliteitsmeting in 1995 liet een hoge kwaliteit zien. De enorme uitbreiding en de marktwerking die volgden, zorgden vervolgens voor een daling. Maar sinds 2008 gaat het echt steeds beter, met een dipje in 2011-2012 toen er een enorme bezuiniging plaatsvond, met als gevolg inkrimping en onrust.’

Maar het tij lijkt te zijn gekeerd: ‘Het rapport geeft ook een trendanalyse over afgelopen 25 jaar en daaruit blijkt dat de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang de afgelopen jaren sterk is toegenomen en nu tot de beste in Europa behoort’, schrijft staatssecretaris Tamara van Ark in haar brief aan de Kamer.

In het algemeen scoort de Nederlandse kinderopvang hoger dan andere landen in Europa, de Verenigde Staten en Australië. Op emotionele en educatieve kwaliteit scoort de kinderopvang in Nederland gemiddeld hoger dan in Vlaanderen, twee deelstaten in Duitsland, Portugal en Zwitserland. Op emotioneel vlak scoort Nederland even hoog als in Finland, maar op educatief vlak lager. De emotionele kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang is iets lager dan in Denemarken, maar de educatieve kwaliteit is aanmerkelijk hoger. Wat opvalt in Nederland is dat dat de spreiding rondom het gemiddelde het laagst is en er dus minder kwaliteitsverschillen tussen groepen zijn.

Hoe komt het dan toch dat wij altijd met afgunst kijken naar andere landen, zoals de Scandinavische landen? Leseman: ‘Misschien is het die kritische blik, die eigenlijk onterecht is, die ervoor gezorgd heeft dat wij veel geïnvesteerd hebben in de kwaliteit van de kinderopvang in een geprivatiseerde sector. En zijn we zelfkritischer juist omdat het in Nederland, anders dan in Scandinavische landen, een geprivatiseerde sector is. Dat is het paradoxale.’

Uit de gecombineerde metingen van 2017, 2018 en 2019 komt een overwegend positief beeld naar voren. De gemiddelde emotionele kwaliteit scoort in alle vier de opvangsoorten (kinderdagopvang, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang) voldoende tot goed. De gemiddelde educatieve kwaliteit is lager dan de emotionele kwaliteit, maar gemiddeld voldoende. ‘Uit de metingen komt naar voren dat het welbevinden van de kinderen in alle opvangsoorten hoog is. Het pedagogische klimaat is in alle opvangsoorten als overwegend positief affectief en inclusief te karakteriseren.’

Van Ark: ‘Het rapport gaat ook in op de kwaliteit ervaren door pedagogisch medewerkers en gastouders. Hun werkbeleving is overwegend (zeer) positief en de ervaren werkstress is in het algemeen laag, maar varieert binnen de opvangsoorten, wat er op duidt dat deze conclusie niet voor alle groepen binnen de opvangsoort geldt.’

 

Vermindering van allergie, minder kans op een bril en nog meer redenen waarom buitenspelen goed is!

Kinderen die veel buiten spelen, hebben minder kans op een bril. Bovendien maakt een groene omgeving kinderen met ADHD rustiger. Zelfs allergie komt minder voor bij kinderen die veel tijd buiten op klimrekken en zandbakken vertoeven.

Ieder uur extra in de buitenlucht per week verkleint de kans op slechte ogen met 2 procent, meldt faqt.nl naar aanleiding van onderzoek aan het Centre for Eye Research in Australië. Het scherpstellen op objecten op verschillende afstanden kan daartoe bijdragen. Maar ook de hoeveelheid licht die op het oog valt kan een rol spelen.

De meeste brildragers krijgen slechtere ogen tussen de 5 en 10 jaar. Daar kan een genetische reden voor zijn, bijziendheid zit in sommige families. Maar ook het langdurig kijken naar dichtbij zijnde objecten, bijvoorbeeld een scherm, kan bijziendheid ontstaan. Buitenlucht kan daar juist tegen helpen.

ADHD

Goed zien is niet het enige positieve punt van buitenspelen. Kinderen met ADHD worden rustiger als ze in een groene omgeving zijn. Tot die opmerkelijke conclusie komen onderzoekers van de University of Illinois (VS). Het geeft niet of het een trapveldje, achtertuin of bosje is, de hyperactiviteit van kinderen neemt af zodra ze ook maar een flintertje natuur zien.

Allergie

Uit Deense onderzoek blijkt dat zelfs allergie komt minder voor bij kinderen die veel tijd buiten op klimrekken en zandbakken vertoeven. Als het lichaam tijdens de kindertijd te maken krijgt met flink veel verschillende ziekteverwekkers, dan kan het flink ‘oefenen’ en is het beter toegerust om later ook gezond te blijven. Vooral de eerste zes jaar van het leven moeten er veel zandtaartjes worden gebakken.

Uit het onderzoek blijkt dat kinderen die de zandbak frequenteerden bijvoorbeeld minder last kregen van astma en allerlei allergieën. Ze hadden meer bacteriën in hun darmen waarop ze hadden kunnen oefenen, bleek uit tests.

 

Nederlandse gastouder goed opgeleid in Europa

De opleidingseisen voor Nederlandse gastouders zijn hoger dan in andere Europese landen. Dit blijkt uit een vergelijkend onderzoek van het Kohnstamm Instituut in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken. Het onderzoek moet inzicht geven in hoe Nederlandse gastouderopvang zich verhoudt tot gastouderopvang in andere, West-Europese landen.

Het Kohnstamm Instituut onderzocht good practices in de gastouderopvang in zes West-Europese landen: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de directie Kinderopvang van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met de onderzoeksresultaten kan de directie inspiratie opdoen voor de toekomst.

Uit het onderzoek blijkt dat in alle landen gastouders een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) moeten overleggen. In Nederland en België moeten gastouders eerst een verplichte beroepskwalificatie halen om aan de slag te mogen. In Nederland krijgt de gastouder bezoek van een gekwalificeerde bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau en een GGD-inspecteur.

Het maximaal aantal kinderen per gastouder verschilt per land. Leeftijd van de kinderen speelt hierin een rol. Hoe jonger de kinderen, hoe kleiner het aantal opvangkinderen. In België mogen de meeste kinderen tegelijk opgevangen worden, namelijk acht. In Nederland en het Verenigd Koninkrijk mag een gastouder zes kinderen tegelijk onder haar hoede nemen. In Denemarken, Duitsland en Zwitserland vijf. Frankrijk is hekkensluiter met twee tot vier kinderen per gastouder. In Denemarken, Duitsland en Frankrijk kunnen de groepen groter worden, omdat het in die landen is toegestaan dat meerdere gastouders gezamenlijk kinderen opvangen.

Het meest vergelijkbaar met de Nederlandse gastouderbureaus zijn de onthaaldiensten in België en de gastouderbureaus in het Verenigd Koninkrijk (laatstgenoemde zit in de pilotfase). Duitsland, Frankrijk en Zwitserland kennen organisaties die lijken op gastouderbureaus, maar hier hoeven gastouders hoeven zich niet verplicht bij aan te sluiten.

In vijf landen houden onafhankelijke instanties toezicht. In Nederland is dit de GGD die steekproefsgewijs inspecties houdt. In Frankrijk en Duitsland vindt er eens per vijf jaar een controle plaats. Deze is op het moment dat een gastouder de vergunning wil verlengen. In Engeland is dit eens in de drie of vier jaar. In Denemarken en Zwitserland vindt er alleen toezicht plaats door een gemeentelijk inspecteur of een medewerker van een gastouderbureau.

Het Kohnstamm Instituut ontwikkelt een meetinstrument voor de pedagogische kwaliteit van gastouderopvang. Het instituut is een kennis- en onderzoekscentrum op het gebied van onderwijs, opleiding, opvoeding en jeugdzorg. Eerder ontwikkelde het instituut al meetinstrumenten voor de kinderdagopvang en de buitenschoolse opvang.

 

Ouders geven gastouders een 8,5

Het SCP-rapport ‘Krimp in de kinderopvang’ gaat o.a. over hoe ouders de kinderopvang waarderen. Gastouderbureau 4Kids vroeg het Sociaal Cultureel Planbureau naar de uitgesplitste cijfers per opvangvorm. Daaruit blijkt dat gastouderopvang gemiddeld het hoogst wordt gewaardeerd.
Het SCP-rapport maakt melding van een gemiddelde van een 8,0 voor opvang van 0-3 jaar en een 7,8 voor opvang van 4-12 jaar. 4Kids vroeg om een uitsplitsing van deze cijfers naar opvangvorm en kreeg deze toegezonden. Het blijkt dat ouders die gebruik maken van gastouderopvang voor hun kind(eren) van 4-12 jaar hun gastouder waarderen met een 8,4. Ouders die gebruik maken van een gastouder voor hun kind(eren) van 0-3 jaar waarderen deze zelfs met een 8,7!

“De cijfers in het rapport leken ons aan de lage kant voor gastouderopvang. Uit onze eigen tevredenheidsonderzoeken blijkt namelijk dat ouders hun gastouder aanmerkelijk hoger waarderen. Daarom hebben we om deze uitsplitsing gevraagd”, aldus Sebastiaan Dekker. De gemiddelden die in het rapport vermeld staan, worden naar beneden getrokken door waarderingen over het kinderdagverblijf (7,8) en de BSO (7,6).

Ouders noemen in het onderzoek van het SCP vooral de stijgende kosten van de opvang als reden waarom zij minder of geen gebruik (meer) maken van formele opvang. Op de tweede plaats komt werkloosheid van één van de ouders.

 

Kinderen meer op hun gemak bij Gastouders dan op Kinderdagverblijven 

Kinderen voelen zich meer op hun gemak bij een gastouder dan in een kinderdagverblijf. Gastouders spelen beter in op de behoefte van kinderen en er is minder lawaai. Dit concludeerde Marleen Groeneveld in haar onderzoek waarmee ze promoveerde aan de Universiteit Leiden.

Meer ontspannen, meer plezier
Ze volgde 116 kinderen onder de vier jaar op 26 kinderdagverblijven en bij 55 gastouders. Kinderen bij de gastouder bleken meer ontspannen en hebben meer plezier en zelfvertrouwen dan de kinderen in het kinderdagverblijf. Dat komt ook doordat gastouders meer individuele aandacht kunnen geven aan kinderen. Een ander verschil is dat kinderen altijd te maken hebben met dezelfde gastouder waar ze op het kinderdagverblijf meerdere pedagogisch medewerkers zien.

In kinderdagverblijven (343.000 kinderen) worden drie keer zoveel kinderen opgevangen dan in de gastouderopvang (106.000 kinderen). Naar de pedagogische kwaliteit in kinderdagverblijven is twee keer onderzoek gedaan en de kwaliteit scoorde toen niet  goed. Naar de kwaliteit van de gastouderopvang is nog nooit eerder onderzoek gedaan.